Nooit meer stuntvliegen
Met hun Mustangs, Spitfires en andere kleine vliegtuigjes haalden piloten duizelingwekkende stunts uit. De commentator meldde fijntjes dat we echter het woord ‘stuntvliegen’ niet meer in de mond mogen nemen, het is ‘kunstvliegen’ waarbij oefening leidt tot meesterschap en risico’s klein zijn. Zeven didactische inzichten met dank aan de hoogvliegers.
Met open mond en kramp in de maag genoten we tijdens de vliegshow in Oostwold van de capriolen waarmee de vliegers de zwaartekracht trotseerden. Al dan niet in formatie met mooie rookpluimen waarmee de loopings nog beter tot hun recht kwamen.
Al mijmerend tijdens het spektakel, kwam ook de term kunst- en vliegwerk langs. Deze uitdrukking wil dat zeggen dat alles uit de kast wordt getrokken om iets voor elkaar te krijgen of te maken, vaak op het laatste nippertje en al improviserend.
Dit geldt voor situaties waarin het mis dreigt te gaan, terwijl er ook nog sprake is van tijdnood. Wat met kunst- en vliegwerk tot stand komt, zal dus weleens met de Franse slag gedaan zijn, ofwel niet degelijk en slordig.
En dat is iets waarmee je bij de kunstvliegers niet mee aan hoeft te komen: een slordigheid of miscalculatie leidt namelijk onherroepelijk tot de dood. Wat dan wel? En wat kunnen wij hier van leren, als we anderen opleiden of zelf een doel willen bereiken?
1) Oefening baart kunst: vlieguren maken
Ja, we weten het allemaal. Hoe meer je erin stopt, hoe meer je eruit haalt. Ik zeg het eigenlijk bij elke intake als ik deelnemers stimuleer ook tussen trainingsdagen aan de slag te gaan met opdrachten.
Malcom Gladwell werd wereldberoemd met zijn boek ‘Outliers’, waarin hij succesfactoren van uiterst succesvolle mensen ontrafelde. Een ervan was oefening: 10.000 uren gerichte oefening maken je tot een expert. De Nederlandse vertaling van het boek heet overigens ‘Hoogvliegers’, wat mij betreft nog steeds een aanrader.
2) Je moet tegen een stootje kunnen
Discipline is vaak genoemd als succesfactor, maar in dit geval moet je als piloot letterlijk tegen krachten opboksen, de zwaartekracht, uitgedrukt in G-krachten. Normaal zijn we 1 G. Ofwel als je 80 kilo weegt, voelt dat aan als.. 80 kilo. In de lucht trekt de zwaartekracht extra hard aan je bij bepaalde bewegingen, waardoor je te maken kunt krijgen met 10-12 G. Dan weeg je opeens 1000 kilo en even later helemaal niets.
Ben je niet voorbereid op het feit dat al het bloed naar je hoofd kan stijgen of in je benen kan zakken, dan is het snel gedaan. Een fysieke topconditie is een van de dingen die je in orde moet hebben, maar je moet het ook kunnen verdragen.
Hoe zorg je voor veerkracht, letterlijk en figuurlijk?
- Eet gezond, slaap genoeg
- Verlaat je bureau regelmatig om letterlijk in beweging te komen
- Kies niet voor de minste weerstand (zie ook mijn blog met tips om door te pakken)
- Koppel jezelf los van de automatische piloot via aandachtsoefeningen (mindfulness)
- Lukt iets niet? Tegenvaller? Sta op en ga weer door
3) Zorg voor goed materiaal
En slecht gebouwd of onderhouden vliegtuig is levensgevaarlijk. Goed materiaal is zo belangrijk, dat sommige vliegers duizenden uren besteden om hun eigen vliegtuig te bouwen.
Hoe brengen wij het er eigenlijk vanaf? Hebben we goede materialen voor onze trainingen? Kopen we zelf nog boeken of laten we ons opleiden.
Als je jezelf als materiaal ziet, kun je ook denken aan een persoonlijke APK. En neem je maatregelen als de tank leeg dreigt te raken of de motor oververhit is. Ofwel: zorg goed voor jezelf en creëer een geschikte werkomgeving. Misschien met uitzicht op groen en in een opgeruimde kamer. Of een rustige werkplek in een bibliotheek of hotel.
4) Samen bereik je meer
De solovluchten zien er schitterend uit, maar als de vliegtuigen in formatie vliegen, zijn ze in staat mooie figuren in de lucht te maken, zoals een fontein, een hartje of de Apache rol, waarbij een vliegtuig om de rook van de andere vliegtuigen heen cirkelt. Daarnaast is het indrukwekkend te zien hoe mooi strak ze naast elkaar kunnen vliegen.
Een speciaal onderdeel waren de Wingwalkers: twee vliegtuigen, twee piloten én twee ranke dames die bovenop het vliegtuig allerlei balletoefeningen deden. En tussendoor maakten ze loopings en kruisten de vliegtuigen elkaar rakelings. Een enorme prestatie, waar oefening en vertrouwen op elkaar voor nodig zijn.
Waarom alles alleen willen doen? Met wie kun je samenwerken en wat zou je samen kunnen bereiken wat niet alleen gaat? Ik vind het in elk geval heel plezierig en leerzaam om samen met collega’s te sparren en op te trekken. Met collega’s heb ik diverse aanbestedingen op deze manier gewonnen en zijn ook boeken en de toolkit ‘Aan het werk met Actiekaarten’ gerealiseerd. Ook in trainingen zie ik elke keer de meerwaarde van maatjes die elkaar ondersteunen.
Meer weten over teams? Google dan eens op Tuckmann, Belbin, DISC of Managementdrives.
5) Volg de leider
Eigenzinnigheid is een groot goed, maar bij het kunstvliegen zijn er momenten dat je de leider moet volgen blindelings. Je vertrouwt op zijn of haar instructies. De verkeerstoren geeft aan wanneer er gevlogen kan worden en in de cockpit is er een radioverbinding zodat de piloten weten wanneer er een figuur wordt ingezet, of de rook aan of uit moet.
Als leider moet je daarom ook een leider zijn. Wil je iets gedaan krijgen, wees dan duidelijk. Voor jezelf: wat wil ik eigenlijk en wat verlang ik van de ander. En voor de ander: wat moet er gebeuren en wat zijn de condities?
Situationeel leiding geven speelt in op het niveau en de
motivatie van degene die geleid wordt. Van intensieve instructie tot aan
delegeren. Maar ook als je werkt met professionals, is het soms onontkoombaar
wenselijk noodzakelijk om het
voortouw te nemen. Om een topprestatie neer te zetten, om ongelukken te
voorkomen of beide.
Ter reflectie: wanneer kun jij meer de leiding nemen? En wanneer ga jij volgen? Goede volgers zijn goud waard.
6) Op zicht vliegen
Er zijn momenten dat het niet meer uitmaakt wat je dashboard zegt met alle meters. Je vliegtuig vliegt, maar je gebruikt alleen je ogen. Ik kwam erachter dat de vliegers soms 100 % vertrouwen op hun ogen en op degene voor hen, als er een figuur wordt ingezet.
Alle oefening die geweest is, alle controles op het materiaal, en dan zomaar vertrouwen op 1 zintuig, de ogen.
Aan de ene kant volledige toewijding en aan de andere kant loslaten. Doe ik dat zelf wel eens? Of mijn deelnemers?
Soms gebruiken we het woord intuïtie of gevoel. Ik had nog niet direct een didactische bestemming voor dit fenomeen, en toch vond ik het heel intrigerend. Heb je een voorbeeld van Op zicht vliegen, dan hoor of lees ik het graag.
7) Pas je aan aan de omstandigheden
Tot slot moet je je kunnen aanpassen. Staat er een harde wind, dan ziet de show er anders uit dan wanneer het windstil is. Tijdens de tweede dag van de vliegshow stond er meer wind en moesten de deelnemers op een andere plek opstijgen. Maar als het weer slechter wordt, kan het ook dat de show moet worden uitgesteld of afgelast. Ook al heb je er een jaar op geoefend, het kan dus zomaar niet doorgaan. Een teleurstelling voor het publiek, maar zeker ook voor de vliegers. Om zo’n beslissing te nemen is moedig, maar verstandig. Soms moet je uitstellen of nee zeggen. Hoe lukt je dat? En heb je een alternatief of een nieuwe kans?
Niet alles is mogelijk, maar wel bijna alles. Met inzet, training, uithoudingsvermogen en andere eigenschappen, kun je echt een hoogvlieger worden. En het is nog leuk ook! De commentatoren die de show versloegen herhaalden het diverse malen: alle piloten zijn verslaafd geraakt aan het vliegen. Mooi idee toch?
Durf jij op zicht te vliegen? Of is er een andere tip die je aan het denken heeft gezet? Graag lees ik je reactie.