Wat gebeurt er als we vlijt belonen?
Met het Duitse onderwijsmodel als inspiratiebron
Deze Trainerstip gaat over ijver of vlijt zo je wilt. En wat we kunnen leren van het Duitse schoolmodel. Ik ben benieuwd naar je reactie op deze blog. Zie jij voordelen van een collectieve opvoeding? Zou dat van ons ook betere burgers kunnen maken?
Je hoofd niet boven het maaiveld uitsteken.. Het is wel goed genoeg zo.. En dan is er ‘opeens’ de zesjesmentaliteit in de klas – en wellicht ook op het werk? Studenten sprokkelen van een paar tienden om de begeerde 5.5 te halen. Voor veel docenten is het inzagemoment een onderhandelingstafel geworden.
Zak aardappelen
Nu werk ik ook met docenten van niet-Nederlandse komaf die met internationale groepen werken. Zij zien dat studenten uit andere landen naar de inzage komen, terwijl ze een 8 hadden. Gewoon, om te kijken wat nog beter kan. Natuurlijk lopen lang niet alle Nederlandse studenten de kantjes eraf, er zijn er genoeg met intrinsieke motivatie. Niet iedereen zit onvoorbereid als een zak aardappelen in de klas. Niet iedereen ‘vergeet’ huiswerk te maken of leert pas op het allerlaatste moment. Niet iedereen is bezig met Zalando tijdens de les. En dat is wanneer je je studenten in beeld hebt. Maar hoe is de participatie online?
Alsmaar leuker
Een goede docent, trainer, facilitator zorgt voor een interessante les of bijeenkomst, online of hopelijk ooit weer offline. Soms hoor ik de verzuchting dat het alsmaar leuker moet worden gebracht. Of de studenten niet ‘gewoon’ kunnen leren. Dat ze uit zichzelf meedoen en dat je niet hoeft te sleuren.
Zou dat iets met collectieve opvoeding te maken kunnen hebben? Op de basisschool kreeg ik een rapportcijfer voor vlijt en verzorging van mijn tafel, en gedrag in de klas. Van zg – zeer goed tot m – matigjes. Sindsdien ben ik alleen maar op inhoud en vakkennis beoordeeld.
Het Duitse alternatief
In het Duitse schoolmodel werkt dat anders. Niet alleen op de basisschool tellen andere zaken dat de inhoud van een schoolvak mee, maar ook op de middelbare school.
Het werkt als volgt:
50 % van je rapportcijfer (of het nu wiskunde, biologie, aardrijkskunde of een ander vak betreft) bestaat uit de cijfers van je proefwerken, waarin je laat zien dat je de stof beheerst.
De andere 50 % wordt opgebouwd uit de volgende onderdelen:
- Huiswerk aantoonbaar en correct gemaakt
- Mappenführung: is de administratie op orde, ziet alles er netjes en georganiseerd uit
- Meldung: opstelling in de klas. Gedraag je je sociaal? Doe je goed mee aan inhoudelijke discussies. Stel je (goede) vragen? Lever je goede bijdragen.
Let wel, dit bepaalt dus de helft van het cijfer. Als het om hoofdvakken gaat.
Gaat het om bijvakken, dan is dit onderdeel zelfs 70 %!
Na zo’n tien jaar onderwijs op deze manier zijn vlijt en discipline een tweede natuur geworden. Studenten vinden het gewoon om op te letten, hun werk te doen, zich aan afspraken te houden.
En in de maatschappij? Krijgen we er vriendelijker mensen van? Die het vanzelfsprekend vinden om bij te dragen en rekening met elkaar te houden?
Ik ben heel benieuwd naar jouw reactie.