ABC als werkvorm
De leukste manier om de middagdip te omzeilen
Het is een game die veel energie losmaakt. En die ook nog een hoge opbrengst heeft. Of het nu gaat om een training klantgerichtheid, het aanleren van juridische termen, didactiek voor gevorderden, oplossingen voor een probleem of het faciliteren van een werkproces: met deze werkvorm heb je altijd alle aandacht. In deze blog leg ik in 5 stappen uit hoe je deze werkvorm kunt inzetten in jouw bijeenkomst.
Als voorbeeld gebruik ik een training met 12 deelnemers. Het onderwerp is.. werkvormen. Ik verdeel de groep in drie subgroepen van elk 4 personen. Ik heb dus 3 flappen nodig.
Stap 1, voorbereiding:
- Schrijf de letters van het alfabet op elke flap. Zet boven aan elke flap [jouw onderwerp ABC], in mijn geval dus Werkvorm ABC.
Kies voor elke flap een andere kleur. Bij voorkeur rood, blauw en groen. - Zorg voor een ‘groepverdeler’, bijvoorbeeld pokerfiches in de kleuren rood blauw en groen, of speelkaarten. Verdeel je groep in drie subgroepen door hen blind een kaart te laten trekken of een fiche te laten pakken.
- Zorg dat ieder groepslid een stift heeft om mee te schrijven
Stap 2, speluitleg:
- Zeg dat we een wedstrijd of game gaan doen en dat er punten verdiend kunnen worden.
- Geef aan dat maximaal 5 minuten beschikbaar zijn om achter elke letter van het alfabet een woord te schrijven dat te maken heeft met jouw onderwerp en dat met die letter moet beginnen
- Zeg: veel is goed, meer is beter. de tijd stopt wanneer de tijd om is, of wanneer een groep binnen de tijd het alfabet gevuld heeft. (Meestal is dit binnen 3 minuten).
- Laat de teams er voor zorgen dat ze niet bij elkaar kunnen afkijken.
Stap 3, eerste ronde:
- Zeg: succes en zet een timer aan, eventueel met een muziekje op de achtergrond.
- Loop langs alle teams om ze op te jutten.
- Geef indien nodig hier en daar een voorbeeld. In mijn geval kan de werkvorm bij F een Foto zijn. Gaat het om assertiviteit kan het de F van Faalangst zijn en bij een sessie over werkdruk kan het de F zijn van bijvoorbeeld Fietsen. Het geeft niet als het in de eerste instantie nergens op lijkt te slaan, dat kan terugkomen in de volgende ronde.
- Laat de teams de punten tellen en opschrijven: elke letter van het alfabet waar iets achter staat, levert 1 punt op. Tip: het telt het snelst door de lege plekken af te trekken van 26.
Stap 4, tweede ronde:
Dit kan je inrichten zoals je zelf wilt. Bijvoorbeeld door te kijken naar begrippen die vaak terugkomen, en je kunt ook begrippen laten rangschikken. Hoeveel punten je waarvoor geeft, is aan jou. Wat ik graag doe is het volgende:
- Zeg: omcirkel drie [werkvormen] waarvan je denkt dat de andere groepen ze niet hebben.
- Laat de groepen om en om er een kiezen en opnoemen. Heeft een andere groep deze ook? Spijtig, dat is dan nul punten.
- Is de genoemde [werkvorm] uniek? Vraag dan om een toelichting. Geef dan tussen de 7 en 10 punten. 11 als je een goede bui hebt, beloon creativiteit. In deze ronde zijn dan per team 30 punten te verdienen.
- Laat de teams hun resultaten bij elkaar optellen en toevoegen bij de punten die ze voor de eerste ronde hebben gekregen.
- Zijn er nieuwe koplopers? Nek-aan-nekrace? Hou de spanning er in!
Stap 5, derde en laatste ronde
- Na divergeren komt convergeren, ofwel: laat de groepen weer tot elkaar komen. Dit doe je door de flappen naast elkaar te zetten, of neer te leggen op tafel of op de grond.
- Laat deelnemers elkaars bijdragen lezen en beoordelen. Geef ook gelegenheid om bijdragen te laten toelichten als daar om gevraagd wordt.
- Gebruik de groepverdeler nu als ‘budget’. Iedere [pokerfiche] is nu 10 punten waard. Hiermee kunnen de groepen elkaar belonen voor goede ideeën. Neem voor lief dat er soms strategisch gestemd wordt. Doordat in het begin duidelijk was dat de groep met de blauwe letters de blauwe pokerchips kregen, is vals spelen uitgesloten. Je kunt natuurlijk ook andere duidelijke groepverdelers inzetten (pepermuntjes, Napoleon zuurtjes en Haagse hopjes bijvoorbeeld).
- Tip: zorg bij ongelijke groepsgrootte dat elke groep evenveel budget heeft, door er een ‘muntje’ bij of af te doen waar doen.
- Zorg dat alle muntjes worden neergelegd op andermans flap. (Variant is stickers plakken).
- Laat de teams de scores bij elkaar optellen, 10 punten per eenheid. Maak de winnaar bekend en beloon deze met respectvol applaus.
- Geef de winnaar ook een cadeautje, zoals een speelgoedmedaille, een stuk chochola of eerste keus bij de lunch.
Ga vervolgens verder met het volgende onderdeel van je programma, dat uiteraard inhoudelijk aansluit bij wat je net gedaan hebt. Veel plezier!
In mijn andere blog van deze maand heb ik het ABC gebruikt als basis voor aandacht krijgen en vasthouden.
Reacties op deze blog zijn welkom, en delen van het bericht wordt ook gewaardeerd 🙂