Wat we kunnen leren van Chinezen
Zeven tips uit China
Onlangs heb ik in Shanghai een driedaagse training gegeven voor trainers van Nike. Het was best spannend voor me, omdat ik bekend sta om mijn directe en interactieve aanpak. Zouden de Chinese en andere Aziatische deelnemers wel wat zeggen? En zou ik niet te bot overkomen?
Graag deel ik met je wat ik heb geleerd tijdens deze training van mijn deelnemers uit China, Vietnam, Japan en Indonesië. Waarom? Omdat ik naderhand besefte hoe bruikbaar deze inzichten zijn, ook in de Nederlandse situatie.
#1 Zwijg en glimlach
Een van mijn handelsmerken is starten met een activerende opening. Dat wil zeggen: ik laat een filmpje zien, of een foto, een citaat of een stelling, een illusie of een voorwerp (het kan kortgezegd van alles zijn), en vraag mijn deelnemers vervolgens te reageren op wat ze zien. Maar wat als mensen niet reageren? Het antwoord is simpel: als trainer doe je even NIETS. Je kijkt vriendelijk rond, glimlacht en wacht. En als niemand reageert? Dan wacht je nog even, met een vriendelijke glimlach op je gezicht.
Ik vreesde vooraf dat ik lang zou moeten wachten, maar dat viel reuze mee. Bedenk dat jouw deelnemers jouw vraag voor het eerst horen en even bedenktijd nodig hebben. Vervolgens vinden ze het misschien spannend om iets te zeggen. Door non-verbaal te laten merken dat elk antwoord in orde is, nodig je mensen uit te reageren. Uiteraard beloon je degene die start met een welgemeend compliment.
#2 Luister naar wat niet wordt gezegd
In Nederland is het gewoon om te vragen om een pauze, of om te zeggen als je iets niet begrijpt. In veel andere culturen is dat volstrekt ongewoon. Ook als je als trainer iets vergeet te melden, zul je niet gecorrigeerd worden. Het oneens met elkaar zijn is al snel onbeleefd. Hoe voorkom je dat iedereen je naar de mond praat? Door alert te zijn op non-verbaal gedrag (vragende of fronsende blikken, gedraai op een stoel). Maar als je vervolgens vraagt of er iets aan de hand is, krijg je te horen van niet. Daarom is opletten en luisteren niet voldoende. Stel bijvoorbeeld meerkeuzevragen: A) wie wil de theorie oefenen na de pauze of B) wie wil de theorie oefenen voor de pauze. Geef ook concreet tijden aan. Er is nu geen goed of fout en daarmee vergroot je de kans op een eerlijk antwoord.
#3 Oké is niet oké
Toen ik na de training besloot om nog een paar dagen in Shanghai te blijven, ben ik van hotel gewisseld. In het nieuwe hotel stonden vriendelijke mensen bij de receptie, maar toch klopte er iets niet. Als ik wat vroeg, werd er vriendelijk naar me geluisterd en vervolgens hoorde ik ‘oké’. Ook andere vragen werden met oké beantwoord. Toch bekroop me het gevoel dat er iets niet klopte. Ten eerste kreeg ik wel vaak oké te horen. Ten tweede gebeurde er vervolgens niet. En ten derde zei men ook oké als dat niet het antwoord kon zijn.. Mogelijk was ik wat traag van begrip, maar uiteindelijk kwam ik achter de betekenis van ‘oké’. Het betekende namelijk: “Beste mevrouw, ik begrijp geen snars van wat u zegt, laat staan van wat u bedoelt, maar u ziet er vriendelijk uit en mijn Engels is niet toereikend om u mijn beperkingen in toe te vertrouwen. Ik hoop dat het goed met u gaat en dat u verder een fijn verblijf hebt in ons hotel.”
Wat leer ik hiervan? Geloof niet alles wat letterlijk gezegd wordt, maar check of de boodschap over is gekomen. Laat de ander jouw verhaal samenvatten, in plaats van het zelf nog eens uit te leggen.
#4 Wees je bewust van ‘Face’
Misschien een open deur na punt 2 en 3, maar ‘Face’ is waar het om draait. Ofwel: mensen in Azie willen niet graag gezichtsverlies lijden of dat de ander gezichtsverlies lijdt. En dus vragen ze bij een feedbackronde stelselmatig feedback aan hun leidinggevende die ook in de groep zit, en niet aan collega’s die lager in rang zijn. Als je dus wilt dat een feedbackronde eerlijk wordt verdeeld, kun je een regel inbouwen (vraag feedback aan iemand die nog niet heeft gesproken) of delen wat je graag wilt. UIteraard heb je dit vooraf met de betreffende leidinggevende besproken en onderschrijft hij of zij jouw verhaal. Denk niet dat ‘Face’ alleen in Azie voorkomt: veel mensen blijven hangen in discussies omdat ze hun ongelijk niet willen toegeven, uit angst voor gezichtsverlies. Denk echt aan veiligheid in je trainingen!
#5 Soms gaat het niet om jou
In de training zaten enkele deelnemers die veel moeite hadden met de Engelse taal. We hadden een trainer/tolk die hen bijstond, maar je zag dat het heel intensief voor ze was. Ook spraken ze niet zo veel in de groep. Op een gegeven moment besloot ik de procedure om te draaien. De deelnemers konden hun verhaal doen in het Chinees en de kernpunten werden daarna vertaald naar degenen die van buiten China kwamen. Wat een verschil! Je zag de mensen opbloeien en vol enthousiasme hun ervaringen delen. Het was ent of er iemand anders in de groep zat. Tip voor thuis: laten we onze eigen voorkeuren soms loslaten ten gunste van de ontwikkeling van de deelnemer. Hier ging het letterlijk om de taal spreken, maar het kan ook door deelnemers te laten praten aan de hand van beeld, of door ze een andere vorm te laten kiezen waar ze zich prettig en vrij bij voelen.
#6 Het is niet altijd wat het lijkt
Mijn dierbare collega Jim Morris deelde met mij twee ervaringen, die ik graag doorgeef. Beide situaties deden zich voor in China. De eerste was tijdens een workshop. Vrijwel iedereen zat doodleuk met de mobiele telefoon te spelen, terwijl hij wat uitlegde. Sommigen lieten zelfs aan elkaar zien wat er op de telefoon stond en begonnen ook nog eens te lachen. Niet erg beleefd.. In de pauze besloot hij een deelneemster aan te spreken op haar gedrag. Omdat Jim een Brit is, deed hij dit subtiel, door voorzichtig op te merken dat ze veel met de telefoon in de weer was. Blij lachend bevestigde zij haar gedrag. Jim: ‘Je bent er zo te zien wel blij mee he?’ Zij, vrolijk knikkend: ‘Ja!’ Wat bleek? Zij en al haar collega’s hadden een app met het woordenboek openstaan omdat ze niets van Jims uitleg wilden missen. Ze zochten elk woord op dat ze niet wisten, overlegden even over de spelling en lachten blij als ze de betekenis hadden ontdekt. En hij zich maar afvragen waar die weerstand toch vandaan kwam..
Het tweede voorbeeld is vergelijkbaar. Zodra Jim aankondigde dat het tijd was voor pauze, gingen alle deelnemers een dutje doen aan tafel. Ongemotiveerd? Integendeel! De deelnemers hadden lange werkdagen, soms 3 banen en gebruikten elke minuut om de accu op te laden, juist omdat ze hun aandacht erbij wilden houden.
#7 Beloon elkaar met applaus
Deelnemer Blade had een verstandige opmerking gemaakt, deelnemer Flora een goede presentatie gegeven. Beiden kregen een applausje van hun collega’s. Op veel momenten gingen de handen op elkaar. Het was een ander applaus dan bij ons: het leek meer op een kleine buiging en de handen werden zachtjes tegen elkaar aan getikt. Daarmee was het een vriendelijke en bescheiden manier om iemand te eren. Mijn voornemen is om dit over te brengen naar Nederland. Een groot applaus is soms ook op zijn plaats, maar zo’n fijn Chinees teken van waardering verdient navolging.
Heb je ook ervaringen opgedaan met trainen in een andere cultuur, waar je zelf van hebt geleerd? Laat het me weten, dan kom ik er zeker op terug.